Wie op het idee kwam, weten we niet, maar het zal Albert de Groot wel
zijn geweest: rond Dodenherdenking en Bevrijdingsdag 1965 vonden enige
activiteiten plaats en de Zeelandse bevolking moest daarvan op de hoogte
worden gebracht. Voorheen placht men plaatselijk nieuws bij café
Zegers op de lei te zetten en 's zondags na de hoogmis werd dat gelezen
en besproken. Doch in de zestiger jaren braken allerlei nieuwe ontwikkelingen
door, ook in de lokale nieuwsvoorziening. Geen lei meer, maar een paar
volgetypte velletjes papier werden rondgebracht. Blijkbaar beviel dat,
want de volgende maand was er weer wat nieuws op papier gezet dat als
"Ollie Krèntje" de bevolking werd aangeboden.
Al gauw onderging het piepjonge blaadje een naams-verandering; voortaan
zou het Ut Rookelijzer heten.
Hoewel Ut Rookelijzer onder verantwoordelijkheid van Stichting Jeugdbelangen
verscheen, was iemand van buiten SJB de krachtige motor van het dorpsblad:
Albert de Groot. Hij heeft
Ut Rookelijzer van de grond af aan opgebouwd: redactieleden zoeken, typistes,
stencilaars en tekenaars vragen, onderdak zien te vinden, bezorgers optrommelen,
noem maar op. Die pioniersjaren bracht Albert met de zijnen door aan Brouwerspad.
Bart Kunneman, destijds voorzitter van SJB, stelde kantoorruimte beschikbaar
en duizenden werkuren zijn daar doorgebracht: overleggen, typen, stencilen,
in elkaar zetten, etc. Steevast kwam Bart tijdens het productieproces
van Ut Rookelijzer informeren "of er nog schokkende dingen gebeurd
waren" en ook de pleeg-vader van Ut Rookelijzer, burgemeester Verheyen,
liet zich op gezette tijden zien. Centrale spil in al het gedoe rond het
maken van Ut Rookelijzer was altijd Albert de Groot.
Het was destijds een heel werk om elke maand een Rookelijzer te laten
verschijnen. Alles gebeurde in die tijd in eigen beheer. De meeste kopij
kwam handgeschreven binnen en moest over-getypt worden; vervolgens waren
de stencilaars aan de beurt en op zaterdagochtend kwam een groepje jongelui
het krantje "in elkaar lopen". Daarna kon de nietploeg aantreden
en tenslotte werd elk Rookelijzer afgehamerd: met een fikse tik van een
hamer werden de nietjes onschadelijk gemaakt zodat de lezers niet met
bloedende vingers hun lijfblad inzagen. Tientallen mensen waren bij het
maken van Ut Rookelijzer betrokken en het was de taak van Albert die mensen
te verzamelen en te smeden tot een hecht team. Na de productiefase kwam
de distributie: wéér het werk van Albert om voor elke wijk
bezorgers aan te trekken.
En als dan uiteindelijk de Rookelijzers bij de abonnees in de bus lagen,
kwam de spannendste taak voor Albert: afwachten of er geen telefoontjes
kwamen over blunders en stomme fouten in
Ut Rookelijzer
. Alles wat misging kwam op zijn schouders
terecht: Albert was immers Ut Rookelijzer.
Later haalde Albert Ut Rookelijzer letterlijk in huis; van Kunneman ging
het naar de grote achterkamer van huize De Groot. De taak van Diny, vrouw
van Albert, als gastvrouw van Ut Rookelijzer kwam prominenter naar voren.
Zij ontving de medewerkers, zorgde voor koffie met wat lekkers, gaf telefoontjes
door, enz. Jarenlang heeft Ut Rookelijzer een gastvrij onderkomen genoten
bij familie De Groot, waaraan we prettige herinneringen bewaren.
Tegenwoordig heeft Ut Rookelijzer geen eigen onderkomen meer en dat is
ook niet nodig: het hele productieproces vindt elders plaats in een professionele
drukkerij. Verdwenen zijn de typistes, stencilaars, plakkers, lopers en
hameraar. De voorbereidende werkzaamheden vinden nu plaats bij medewerkenden
thuis achter de computer. Het digitale tijdperk heeft het Rookelijzervolk
ongeveer gehalveerd, maar dat betekent niet dat de werkzaam-heden van
Albert terugliepen. Integendeel; hij is zo met hart en ziel aan Ut Rookelijzer
verbonden dat hij continu dingen bedenkt en doet die al dan niet rechtstreeks
met ons dorpsblad te maken hebben: foto's nemen, WWW-gidsen redigeren,
nieuwe rubrieken uitdenken, schrijvers aanzoeken, uitstapjes en feesten
voor mede-werkenden organiseren, presentjes voor jubilarissen opsporen,
toespraakjes houden, allerlei boekjes publiceren, fotoboeken samenstellen,
een gigantisch archief opbouwen, enz. enz.
Zeeland staat bekend om zijn gemeenschapsleven. Vele vrijwilligers bij
buurtschappen, clubs, verenigingen en organisaties zorgen ervoor dat er
in ons dorp echt sprake is van samen leven. Een van de grootste vrijwilligers
is ongetwijfeld Albert de Groot. Door middel van Ut Rookelijzer heeft
hij onophoudelijk impulsen gegeven aan het gemeenschapsleven. Hij barstte
van de ideeën die hij niet alleen via Ut Rookelijzer verwezenlijkte,
maar ook des-tijds bij het PMC en nog steeds bij het Gilde blaast hij
een volle partij mee. Uiteraard mag zijn heemkundige ambitie niet vergeten
worden; snuffelen in het verleden en letterlijk alles van het heden bewaren
voor de toekomst is Albert op het lijf geschreven. In heel veel opzichten
is hij goud waard voor de Zeelandse gemeenschap.
Als nijvere Rookelijzerbij weet hij nooit van ophouden, zelfs nú
niet, nu hij gestopt is met de redactie. Hij heeft aangeboden een stel
klusjes te blijven klaren zoals het maken van foto's, het aftellen van
de Rookelijzers voor de diverse wijken, het beheren van het archief, het
meewerken aan boekjes die op stapel staan, etc.
Albert verdwijnt van de voorgrond naar de achtergrond, maar hij blijft
op en top Rookelijzerman. Niet langer is hij het gezicht van
Ut Rookelijzer maar ongetwijfeld zal hij ons van achter de schermen blijven
souffleren. Albert is zodanig gegroeid en vergroeid met Ut Rookelijzer
dat hij dat niet kan laten.
Gelukkig maar!
|